Duurzaamheid
Grot-schildering c. 10.000 jaar oud - Cueva de las Manas, Argentinië
Uit een verklaring van de Bahá’í International Community over duurzaamheid
Duurzaamheid — Tegen de achtergrond van klimaatverandering, achteruitgang van de leefomgeving en de verlammende extremen van rijkdom en armoede, is de transformatie van een cultuur van onbeteugeld consumentisme naar een cultuur van duurzaamheid op gang gekomen, grotendeels door de inspanningen van burgerorganisaties en regeringsinstellingen wereldwijd. Naast verstandig beleid en ‘groenere technologie’ is het een transformatie die een oprecht onderzoek vereist naar ons begrip van de menselijke natuur en de culturele raamwerken die de motor vormen achter regeringsinstellingen, zakenleven, onderwijs en media van over de gehele wereld. Vraagstukken van wat natuurlijk en rechtvaardig is zullen opnieuw kritisch moeten worden onderzocht. […]
Het vraagstuk van de menselijke natuur heeft een belangrijke plaats in de discussie over duurzame consumptie en productie omdat het ons aanzet na te denken over wie wij in wezen zijn en wat ons doel is in het leven. De menselijke ervaring is in de kern geestelijk van aard: hij is geworteld in de innerlijke ervaring - of in wat sommigen de ‘ziel’ noemen - die wij allen delen. De cultuur van het consumentisme echter is steeds geneigd menselijke wezens te reduceren tot rivaliserende onverzadigbare consumenten van goederen, en tot objecten van manipulatie door de markt. Gangbare opvattingen gaan uit van het bestaan van een onontwarbaar conflict tussen wat mensen werkelijk willen (meer consumeren) en dat waaraan de mensheid behoefte heeft (een rechtvaardige toegang tot grondstoffen). Hoe dan kunnen wij deze verlammende tegenstrijdigheid oplossen, dat wij enerzijds verlangen naar een wereld van vrede en voorspoed, terwijl anderzijds veel economische en psychologische theorieën mensen afschilderen als slaven van hun eigenbelang? De vermogens die nodig zijn om een rechtvaardiger en duurzame sociale orde op te bouwen — matigheid, rechtvaardigheid, liefde, rede, opofferingsgezindheid en dienstbaarheid aan het algemeen belang — worden maar al te vaak van de hand gewezen als naïeve idealen. Toch zijn het deze, en ermee samenhangende kwaliteiten, die moeten worden aangewend om de karaktereigenschappen van ego, hebzucht, apathie, en geweld die vaak worden beloond door de markt en de politieke krachten die de huidige patronen van onhoudbare consumptie en productie voortstuwen, te overwinnen.
Bron — bahai.org: Rethinking Prosperity: Forging Alternatives to a Culture of Consumerism (2018)
Bekijk naast Duurzaamheid ook: Wetenschap en Politiek
Ga terug naar: Geschiedenis in vogelvlucht of Bahá’í visie