Evolutie

Evolutie

Kamo Jellyfish Aquarium in Tsuruoka

Uit een verklaring van de Bahá’í International Community over evolutie

Evolutie — Onze relatie tot de wereld der natuur kan worden vergeleken met die van een embryo in de moederschoot. Het stoffelijke universum is de ruimte waarin wij onze aangeboren mogelijkheden ontwikkelen. Hier kweken wij de vaardigheden en kwaliteiten aan voor de geestelijke en materiële vooruitgang van de mensheid en de voortgaande reis van onze eigen ziel na de dood.

Het duurde voor het menselijk lichaam miljoenen en miljoenen jaren om te evolueren uit de eenvoudige organismen die het eerste leven op aarde vormden. De evolutietheorie — een der meest succesvolle wetenschappelijke theorieën — onderzoekt de werking van dit proces en verduidelijkt steeds verder de moeilijkheden die zijn verbonden aan de ontwikkeling en de diversiteit van het leven op de planeet.

De Baha’í-geschriften, op hun beurt, maken duidelijk dat de menselijke geest al  bestaat sinds het begin der schepping, en alleen nadat het menselijk lichaam naar een voldoende mate van complexiteit was geëvolueerd konden de kenmerken van die geest worden uitgedrukt in dit vlak van bestaan. Dit opende de deur naar het verschijnen van evolutionaire processen van een andere soort — die van de sociale en geestelijke ontwikkeling van het leven van de mens. De voortgang van beschaving wordt heden ten dage voortgedreven door een snel groter wordend totaal aan kennis — kennis die wordt verworven door zowel wetenschappelijk onderzoek van de natuur als door de studie en toepassing van religieuze waarheid, die progressief aan de mensheid wordt geopenbaard.

In verschillende passages heeft ‘Abdu’l-Bahá de mens beschreven als ‘het nobelste product van de schepping’ die ‘vrij dient te zijn en bevrijd uit de gevangenschap der natuur’ en die door de toepassing van zijn wetenschappelijke en intellectuele kracht ‘de natuur kan wijzigen, veranderen en controleren’, en die het vermogen heeft om de wetten der natuur ‘te controleren en aan te passen naar zijn eigen behoeften’.

Dit betekent niet dat de mens de natuur tot prooi moet maken. De grenzeloze verwerving van materiële goederen, aangemoedigd door persoonlijke en collectieve hebzucht verergeren slechts de vernietiging van de leefomgeving. Naarmate steeds meer mensen beginnen in te zien dat de schepping één organisch geheel vormt, aanvaarden zij ook dat het unieke overwicht van de mens op de natuur de plicht met zich meebrengt tot behoud van haar orde en evenwicht.

 

Bron — bahai.orgOur Relationship with Nature (2018)

Bekijk naast Evolutie ook: Wetenschap en Duurzaamheid

Ga terug naar: Geschiedenis in vogelvlucht of Bahá’í visie