Brief van Abdu'l-Baha aan George Enzlin
Anna & George Enzlin
BRIEF VAN ABDU’L-BAHA AAN GEORGE ENZLIN
26 AUGUSTUS 1919
(ongeautoriseerde vertaling)
Holland, Blaricum — Geachte Heer George Enzlin — de Glorie van de Glorierijke Heer ruste op u.
Hij is God! — O gij die zijt aangetrokken tot het Koninkrijk Gods. De brief die u op 22 mei 1919 hebt verzonden, werd ontvangen. Haar inhoud bracht grote vreugde. God zij gedankt dat u geacht persoon dorst naar de bron van leven, op het pad van verlossing naarstig de waarheid zoekt en alle imitatie verafschuwt. Dit tijdperk is het tijdperk van waarheid. Duizend jaar oude en versleten denkbeelden zijn achterhaald. De wijzen en geleerden zijn in verwarring en oppositie. In deze grote eeuw zijn oude en versleten principes geheel verlaten. Op ieder terrein hebben nieuwe ideeën hun plaats ingenomen. Zo werden oude leringen verlaten en nieuwe verwelkomd, oude politiek vervangen door nieuwe, oude wetenschap achtergelaten en nieuwe ontwikkeld, oude tradities opgegeven en nieuwe omarmd. Nieuwe regels, ontdekkingen, onderzoekingen en uitvindingen hebben de wijzen versteld doen staan. Alles werd vernieuwd en daarom moet ook de werkelijkheid van de Religie van God worden vernieuwd. Imitatie moet worden gedoofd opdat het licht van waarheid kan schijnen. De beginselen die de huidige tijdgeest weerspiegelen moeten worden verspreid. Zij zijn de beginselen van Bahá’u’lláh die door de ademtocht van de Heilige Geest aan de wereld bekend werden gemaakt.
Zoals: Onafhankelijk onderzoek naar de waarheid. Imitatie moet volledig worden vergeten om het licht van waarheid te ontsteken.
Zoals: De eenheid der mensheid. Allen zijn God’s lammeren en Hij is hun liefdevolle Herder. Allen verleent Hij Zijn nimmer aflatende genade. Sommigen zijn onwetend en moeten worden onderricht, anderen zijn gebrekkig en moeten worden geheeld, en weer anderen zijn kinderen en moeten naar volwassenheid groeien. Men moet zich niet afkeren van het kind, de gebrekkige of de onwetende. Integendeel, men moet hen de uiterste genegenheid betonen.
Zoals: Godsdienst moet de oorzaak zijn van vriendschap en liefde onder de mensen. Als zij verwordt tot de oorzaak van haat en vijandschap, valt haar afwezigheid te verkiezen.
Zoals: Godsdienst moet overeenstemmen met rede. En het gezond verstand moet geloof erkennen.
Zoals: Eerlijkheid, rechtvaardigheid en het verkiezen van gelijkheid en gelijkwaardigheid. Dit betekent dat men de ander oprecht verkiest boven zichzelf. Echter niet onder dwang, maar uit liefde voor God. Mensen moeten elkaar zo liefhebben dat zij hun leven voor elkaar willen opofferen, zoals de bahá’ís in Iran dat doen.
Zoals: Het opgeven van religieuze, raciale, nationale en politieke vooroordelen. Zij vernietigen de fundamenten der mensheid. Zolang deze vooroordelen bestaan mag de mensheid weliswaar beschaafd lijken, maar in werkelijkheid is zij absoluut barbaars. Oorlog, tweestrijd, onenigheid en moord zullen voortduren.
Zoals: Universele Vrede.
Zoals: De oprichting van een Hoogste Gerechtshof; opdat de gecompliceerde meningsverschillen tussen landen en volken zullen worden opgelost door dit hoogste tribunaal.
Zoals: Goddelijke vrijheid. Dit betekent de bevrijding van de wereld der natuur. Want zolang de mens een gevangene der natuur is, zal hij een beest blijven.
Zoals: De gelijkwaardigheid van man en vrouw. Daar de mensheid twee vleugels heeft, een mannelijke en een vrouwelijke, zal zij niet in staat zijn te vliegen noch zegeningen en overwinningen behalen, vooraleer beide vleugels van gelijke sterkte zijn geworden.
Zoals: Religie is gelijk een onneembare vesting. Zo lang de mensheid zich niet naar godsdienst keert zal er wanorde en chaos heersen en de orde volledig instorten.
Zoals: Stoffelijke beschaving moet worden gebaseerd op geestelijke beschaving. Stoffelijke beschaving is als een lamp en goddelijke beschaving is als het licht. Stoffelijke beschaving is als een lichaam en hoewel het van perfecte schoonheid is, is goddelijke beschaving als de ziel, en een lichaam zonder ziel is nutteloos. De mensheid heeft de ademtocht van de Heilige Geest nodig. Zonder die geest is zij dood. Zonder dit licht zal er alleen de diepste duisternis heersen. Zolang de wedergeboorte van de mens uit de wereld der natuur uitblijft, is de wereld der natuur de wereld van het dier. Dit betekent dat zo lang hij niet onthecht is aan de wereld der natuur, de mens in essentie een dier blijft. De goddelijke beginselen zullen dit dier in een mens veranderen.
Er zijn veel van zulke beginselen van Bahá’u’lláh. Zij schenken leven en verlichten de wereld. Alles werd opnieuw tot leven gewekt, dus ook de goddelijke beginselen moesten worden vernieuwd.
O gij ontvanger van de goddelijke boodschap, omgordt uw lendenen met ijver en sta op met al uw kracht, opdat u de landen zult verlichten met de goddelijke leringen en de doornen zult veranderen in een lusthof en bloementuin. Weet voor zeker dat u voortdurend goddelijke bijstand zult ontvangen.
De Glorie van de Glorierijke zij met u.
‘Abdu’l-Bahá Abbas — Haifa, 26 augustus 1919
George Enzlin, c.1930
Anna Enzlin, c.1930
Sportbeschuitfabriek Enzlin te Blaricum
Anna in haar Lunchroom Enzlin
Bron — Makátíb-i-‘Abdu’l-Bahá [Farsi], deel III, blz. 331-334
Ga terug naar: Nederlandse geschiedenis