Esperanto

Bahai Esperanto

Lidia Zamenhof

In het Heiligste Boek spoort Bahá’u’lláh de ‘parlementsleden overal ter wereld’ aan om ‘één enkele taal te kiezen die door allen op aarde zal worden gebruikt’. En ‘Abdu’l-Bahá wijst in zijn toespraken in Europa en Noord-Amerika bij herhaling op het belang van een wereld-hulptaal voor het tot stand brengen van universele vrede. Zo zegt hij op een bijeenkomst in Parijs in oktober 1911:

— ‘Eén van de belangrijke stappen naar wereldvrede zou het instellen van een wereldtaal zijn. Bahá’u’lláh gelast dat de dienaren der mensheid moeten samenkomen, en óf een bestaande taal kiezen óf een nieuwe taal ontwerpen. Dit werd veertig jaar geleden in de Kitáb-i-Aqdas geopenbaard. Daarin wordt uiteengezet, dat het vraagstuk van de grote verscheidenheid van talen een bijzonder moeilijk vraagstuk is. Er zijn méér dan achthonderd talen in de wereld, en geen mens zou die allemaal kunnen leren.
De mensenrassen zijn niet meer van elkaar gescheiden, zoals in vroeger tijden. Welnu, om in nauwe relatie te staan met alle landen is het nodig dat men hun taal kan spreken.
Een wereldtaal zou omgang met ieder land mogelijk maken. Bijgevolg zou het nodig zijn slechts twee talen te kennen, de moedertaal en de wereldtaal. De laatstgenoemde zou iemand in staat stellen met ieder mens op aarde te communiceren!
Een derde taal zou niet nodig zijn. Wat nuttig en rustgevend voor allen om met een lid van ieder ras en land te kunnen spreken zonder een tolk nodig te hebben!
Esperanto is ontworpen met het oog hierop: het is een mooie uitvinding en een prachtig stuk werk, maar het moet vervolmaakt worden. Zoals Esperanto nu is, is het voor sommige mensen heel moeilijk.
Er zou een internationaal Congres moeten worden ingesteld dat uit afgevaardigden van ieder land ter wereld bestaat, zowel de oosterse als de westerse landen. Dit Congres zou een taal moeten ontwerpen die door iedereen valt te leren, en ieder land zou daar veel baat bij vinden.
Totdat zo'n taal in gebruik komt, zal de wereld de grote behoefte aan dit communicatiemiddel blijven voelen. Taalverschillen leveren één van de meest vruchtbare oorzaken van afkeer en wantrouwen op die er bestaan tussen natiën die méér dan door enige andere reden gescheiden worden gehouden door het onvermogen elkaars taal te begrijpen.
Als iedereen één taal kon spreken, hoeveel gemakkelijker zou het dan zijn de mensheid te dienen!
Stel daarom ‘Esperanto’ op prijs, want het is het begin van de uitvoering van één der belangrijkste wetten van Bahá’u’lláh en men moet doorgaan met het perfectioneren ervan.’ —

— ‘Abdu’l-Bahá

Het lijkt begrijpelijk dat ‘Abdu’l-Bahá zich lovend uitlaat over de door de Poolse oogarts Ludwik Zamenhof (in 1887) uitgevonden taal: het Esperanto - de ‘Taal van de Hoop’. In tegenstelling tot haar vele voorgangers, die gericht waren op het tegengaan van de dubbelzinnigheid en onnauwkeurigheid van natuurlijke talen, is het Esperanto in de eerste plaats bedoeld als instrument voor vrede; dus niet primair een taal voor de wetenschap, maar een taal voor verbroedering. Als ‘Abdu’l-Bahá eind 1912 terugkeert van zijn reis door Noord-Amerika bericht de Enkhuizer Courant:

— ‘Toen 7 Januari [1913] ‘Abdu’l-Bahá een bezoek bracht aan Edinburgh, nam de plaatselijke esperantisten-vereniging de gelegenheid te baat om ter zijner ere een bijeenkomst te organiseren. Meer dan 800 personen waren aanwezig. ‘Abdu’l-Bahá, die in ’t Perzisch sprak, hetgeen door een tolk in ’t Engels werd vertaald, besprak alleen de internationale taal en eindigde met deze woorden: “Laat ons de Heer danken, dat deze taal, Esperanto, is geschapen. Derhalve gaven wij aan alle bahaïsten in ’t Oosten het gebod deze taal zorgvuldig te bestuderen, die na korte tijd door het gehele Oosten verspreid zal zijn.” ‘Abdu’l-Bahá bestelde een voorraad leerboeken voor het Oosten, en, daar de bahaïsten een godsdienstige ijver aan de dag leggen, zullen er binnen niet lange tijd veel esperantisten in hun midden gevonden worden.’ —

— Enkhuizer Courant 13 maart 1913

Gedurende het Interbellum (1918-1939) kan menig bahá’í zich moeiteloos in het Esperanto uitdrukken en verschijnen er, vooral in Duitsland, Bahá’í-tijdschriften en boeken in die taal. Bij dat laatste speelt de Poolse jurist Lidia Zamenhof, dochter van de grondlegger van het Esperanto, een belangrijke rol. Lidia Zamenhof wordt in 1904 in Warschau geboren als de jongste dochter in een seculier joods gezin. Na haar rechtenstudie zet zij zich volledig in voor de verbreiding van de door haar vader ontworpen wereldhulptaal. Tijdens het 17-de Esperanto-Wereldcongres in Genève komt zij via Martha Root in contact met het Bahá’í Geloof en in 1926 verklaart zij zichzelf bahá’í. Het Bahá’i Geloof sluit goed aan bij het humanistische ideaal van haar vader: de vereniging der mensheid. Lidia organiseert speciale Bahá’í-bijeenkomsten op de jaarlijkse Esperanto-Wereldcongressen, maakt in 1930 een pelgrimsreis naar het Heilig Land, ontmoet daar Shoghi Effendi, en vertaalt en publiceert Baha’i-literatuur in het Esperanto, zoals dr. Esslemont's handboek Bahá’u’lláh en het Nieuwe Tijdperk (1930) en de Parijse toespraken van ‘Abdu’l-Bahá (1932).

— “De internationale taal maakt deel uit van het Goddelijk Plan dat ten uitvoer wordt gelegd in het tijdperk van Bahá’u’lláh. En de creatie en verspreiding van Esperanto zijn bewijzen van de creatieve kracht van Bahá’u’lláh’s woorden.” —

— Lidia Zamenhof, Star of the West, maart 1935

Esperanto

Lidia Zamenhof en Martha Root in Rusland, 1927

Esperanto

Opening van het Internationaal Esperanto Museum, Lidia in het midden (gespikkelde kleding), Martha Root links (met zwarte hoed en witte kleding), Wenen 1929

Esperanto

Lidia Zamenhof (rechts voor) met schuin achter haar Jan en Julia Isbrücker, Budapest 1929

esperanto

Lidia Zamenhof in Bergen op Zoom voor de onthulling van het Esperanto-monument 1933

Bronnen — ‘Abdu’l-Bahá: De Toespraken van ‘Abdu’l-Bahá in Parijs - Den Haag 1984; Bredasche courant 31-07-1933; Star of the West, maart 1935 volume 25 p. 373; Wendy Heller: Lidia, life of Lidia Zamenhof, daughter of Esperanto - Oxford 1985; Peter Smith: A Concise Encyclopedia of the Baháʼí Faith - Oxford 2000; Marc Oostendorp: Een Wereldtaal, geschiedenis van het Esperanto - Amsterdam 2004; Ostenreichische Nationalbibliothek.

Bekijk ook: Muhammad Rawhání op de radio

Ga terug naar: Geschiedenis in vogelvlucht